Architect en dataspecialist Tom van Arman onderzoekt als Arcam’s Architect in Residence hoe je de kennis en technologie van de Future City Makers (zoals dronepiloten of app-makers) kan verbinden aan die van ontwerpers en beleidsmakers in het stedelijk domein.
‘Als Arcam’s Architect in Residence kijk ik uit naar de mogelijkheid om mijn collega-architecten en stedenbouwkundigen prangende vragen te stellen. In de komende weken zal ik mijn ‘Ten Burning Questions on Smart City Design’ aan de bouwsector stellen – een meerkeuzevragenlijst om te peilen waar we als beroepsgroep vandaag staan… En nog belangrijker, waar de industrie in de toekomst zou kunnen staan!’
Vraag 4
13 april 2022
In de laatste editie van De Blauwe Kamer (maart 2022, bestel hier) wordt Tom van Arman door Linda Vlassenrood geïnterviewd voor een artikel over de onzichtbaarheid van de digitale stad.
Uit het artikel:
Door nieuwe technologieën vondsten en digitalisering veranderen de planning en het gebruik van steden in rap tempo. De vraag is hoe stedenbouwkundigen en landschapsarchitecten daarmee omgaan. Al was het maar om tussen al die harde data oog te houden voor de behoeften van bewoners. ‘We kunnen de invulling van de slimme stad niet aan hightechbedrijven overlaten.’
Uiteindelijk is de slimme stad geen doel op zich, het slim nadenken over de stad met alle beschikbare denkkracht wel. Het testen van kleinschalige interventies kan
daarbij een leidraad zijn. Behrman van Unstudio: ‘Het is moeilijk om grootschalige en ingrijpende veranderingen nu al te voorzien. We moeten om die reden zoveel mogelijk kleinschalige mogelijkheden aangrijpen – variërend van een straathoek tot een park – om te testen hoe mensen op verandering reageren en wat technologie ons kan brengen.’ Voor Tom van Arman zit aan die kleinschaligheid ook een morele kant. Hij wil voorkomen dat steden afhankelijk worden van machtige techbedrijven – ze moeten kunnen putten uit oplossingen die lokaal zijn getest.
HEB JIJ ALS ARCHITECT OF STEDENBOUWKUNDIGE OOIT ONDERZOCHT HOE DISRUPTIEVE TECHNOLOGIEËN ONZE GEBOUWDE OMGEVING BEÏNVLOEDEN?
Heb je bijvoorbeeld ooit de gevolgen onderzocht van Uber, AirBnB en/of de recente explosie van flits(fiets)leveringen, “Dark Stores” en de komende dronebezorging?
Vraag 3
30 maart 2022
Lokale overheden hebben een aantal zeer ambitieuze doelen gesteld om onze toekomstige steden toegankelijker, schoner en leefbaarder te maken. De Gemeente Amsterdam heeft bijvoorbeeld drie kernambities om in 2025 prioriteit te geven aan mobiliteitsoplossingen van:
1) Gedeelde mobiliteit – betaalbaar, betrouwbaar en toegankelijk voor iedereen
2) Schone mobiliteit – alle inwoners, bezoekers en goederen reizen slimmer en schoner
3) Amsterdam heeft de regie over het digitale mobiliteitssysteem.
Als we aan elektrisch denken, moeten we ook denken aan autonoom rijden en geautomatiseerde bezorging (denk aan Tesla Autopilot, of AMS-Institutes’ Roboat, of aanstaande Amazon drones)
Naast mobiliteit in de toekomst heeft de stad Amsterdam de lat hoog gelegd om in 2040 aardgasvrij te worden. Het aardgasvrij maken van de stad gebeurt niet in één keer. Buurt voor buurt wordt telkens berekend welke andere warmteoptie duurzaam is en welke de laagste kosten heeft voor de hele buurt. Dat kan in de ene buurt een aansluiting op het stadsverwarmingsnet zijn en in de andere buurt een all-electric oplossing. Voor huurders kiest de verhuurder voor een aardgasvrije optie. En huiseigenaars beslissen zelf op welke warmte-optie ze overschakelen.
De door het stadsbestuur uitgewerkte doelstellingen zullen ongetwijfeld ruimtelijke en programmatische gevolgen hebben, en daarom is het zo belangrijk te weten waar architecten en planologen vandaag staan om de beloften van morgen te helpen waarmaken.
HOU JIJ ALS ARCHITECT OF STEDENBOUWKUNDIGE IN JE ONTWERPVOORSTELLEN REKENING MET TOEKOMSTIGE VOORSCHRIFTEN ZOALS SLIMME ENERGIE OF TOEKOMSTIGE MOBILITEITSNORMEN?
(Bijvoorbeeld: weerspiegelen je ontwerpen van vandaag de gemeentelijke doelstellingen voor morgen? (In 2030 moeten alle auto’s in Amsterdam centrum elektrisch zijn, en in 2040 moeten alle huizen en appartementen gasloos zijn etc.)
Vraag 2
15 maart 2022
De afgelopen 20 jaar hebben de nationale en lokale overheden enorme hoeveelheden gegevens verzameld die vrij toegankelijk zijn voor professionals, onderzoekers en het grote publiek. Deze gegevensverzamelingen beschrijven de sociaal-economische realiteit van onze samenleving, alsmede belangrijke details van onze gebouwde omgeving.
Zo is het Nederlandse register van alle adressen en gebouwregistraties – BAG Viewer – een handig dashboard om de meest recente informatie over gebouwnaam, status, leeftijd, gebruik en eigenaar te vinden. Ook de stad Amsterdam biedt meer dan 320 geografische datasets met informatie over soorten en locaties van stedelijke kenmerken zoals: bomen, parkeermeters, straatverlichting, stoplichten, beloopbaarheid, afvalcontainers, straatmeubilair, geregistreerde monumenten, openbare toiletten en nog veel meer.
Dit zijn ongelooflijk belangrijke bronnen voor architecten en planners om real-world inzichten te bieden in elke fase van het ontwerpproces.
Als smart city architect maak ik vaak gebruik van deze bronnen als een nauwkeurige beoordeling van waar we vandaag staan, en welke toekomstige voorzieningen, diensten of ervaringen we morgen kunnen bieden. Mijn tweede burning question is of architecten en planners deze open datasets ook gebruiken in hun ontwerpen!
GEBRUIK JE ALS ARCHITECT OF STEDENBOUWKUNDIGE OPEN DATA IN JE ONTWERPPROCES?
Gebruikt je bijvoorbeeld open datasets uit bronnen als het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) Handelsregister (HR) en de Basisregistratie Kadaster (BRK) enz. )
Vraag 1
1 maart 2022
Vorig jaar publiceerde de stad Amsterdam haar “Digitale Agenda van de Stad”, waarin 22 initiatieven worden getoond die de digitale rechten van onze medeburgers moeten beschermen. Dit jaar zal Amsterdam als een van de eerste gemeenten ooit een nieuw openbaar register van sensoren online plaatsen om haar inwoners en bezoekers te informeren over welke gegevens er in de openbare ruimte worden verzameld – en vooral waar deze sensoren zich bevinden. In de komende 6 maanden zal de gemeente het bedrijfsleven informeren over deze nieuwe verplichting en hoe deze zal worden gehandhaafd.
Tussen de “Digitale Agenda van de Stad” en het “Sensorenregister” beginnen we getuige te zijn van een onscherpe kruising tussen privacybescherming van de online en offline wereld waarin we leven.
Als voorvechter van slimme steden was ik geïntrigeerd door de vraag hoe deze gemeentelijke ambities tot uiting zouden kunnen komen in het ontwerpvak. En zo ja, hoe architecten of stedenbouwkundigen bij dit debat betrokken zouden kunnen.
GEBRUIK JE ALS ARCHITECT OF STEDENBOUWKUNDIGE WELEENS SENSOREN OF SLIMME APPARATEN IN JE ONTWERP?