‘Never waste a good disaster’ met deze uitspraak werd duidelijk dat de handen uit de mouwen gestoken werden tijdens de eerste bijeenkomst van Metropola. De toekomst van het Noordzeekanaalgebied vraagt om verder denken dan dat de huidige visies reiken. En welke landschappelijke, stedenbouwkundige en sociale ontwerpvraagstukken horen daarbij? Op 10 april bogen ontwerpers, belanghebbenden en beleidsmakers zich over deze vraag.
De vele, complexe ruimtelijke opgaven in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) vragen om brede afstemming en langetermijnvisies. Dat gebeurt op allerlei (beleids)niveaus, maar veel minder vaak met bewoners en andere belanghebbenden in de regio. Door kennisuitwisseling en dialoog maken architectuurcentra lokale ontwerpopgaven zichtbaar en bespreekbaar. Landelijk coördineert het CoLA (Coördinatie Overleg Lokale Architectuurinitiatieven) het overleg tussen alle architectuurcentra in Nederland. Nu hebben de architectuurcentra in de Metropoolregio Amsterdam een regionaal platform opgericht: het Metropola.
De eerste bijeenkomst die de regionale architectuurcentra ABC Architectuurcentrum Haarlem, Architectuurcentrum Amsterdam (Arcam), Babel Zaans architectuurplatform, en Podium voor Architectuur Haarlemmermeer en Schiphol hebben georganiseerd vond plaats op 10 april 2025. Het Metropola wordt ondersteund door de MRA, Heren2, Amsterdams Fonds voor de Kunst en het Stimuleringsfonds voor Creatieve Industrie.
De eerste bijeenkomst van Metropola – ‘Scenario’s voor het Noordzeekanaalgebied’ stond in het teken van Arcam’s jaarprogramma: Een Optimistisch Rampenplan.
Klimaat- en energietransities, maar ook de industriële bedrijven in het Westelijk Havengebied, brengen onzekerheden en gevaren met zich mee. Wat zijn die gevaren precies? Hoe zorgen we voor veiligheid voor iedereen, hoe bouwen we aan draagvlak, en welke aanpak leidt tot structurele verandering? Arcam denkt dat voor echte veranderingen (minimaal) drie partijen nodig zijn: beleidsmakers, belanghebbenden en ontwerpers. Daarbij is het van belang dat beleidsmakers (opnieuw) leren om transparant te zijn en ook gevoelige informatie leren delen; dat ontwerpers afscheid nemen van de gedachte dat zij met ontwerp alle mondiale problemen kunnen oplossen en nadenken over hoe ze wél zinvol kunnen bijdragen aan transities. En tot slot, voor belanghebbenden (bewoners, bedrijven, platforms, stakeholders) dat zij zich bewust worden van (de urgentie van) alle veranderingen en rampen die gaande zijn en nog gaan komen in hun directe leefomgeving, en daar zonder wanhoop, maar met optimisme mee aan de slag gaan.
Zonder een gezamenlijke taal en duidelijke verhalen blijven deze transities abstract. Geïnspireerd door filosoof Lisa Doeland en ontwerper Dirk Sijmons, werken drie ontwerpteams aan strategieën die hoop en veerkracht koppelen aan realisme. De bijeenkomst bracht een diverse groep samen: ontwerpers, (regionale) beleidsmakers, ontwikkelaars en andere belanghebbenden uit het Noordzeekanaalgebied. De locatie – de publieke ruimte van volkskeuken De Sering in Sloterdijk – onderstreepte het streven naar openheid, samenwerking en dialoog. Bij De Sering werd ook een experiment opgezet waarbij een aantal eetbare planten zijn geplaatst (bramen, wortels, sla en kool) die de komende maanden in het industriegebied van Sloterdijk gaan groeien. Daarbij wordt tijdens deze periode extra metalen, verf, olie toegevoegd om urgentie en bewustzijn te creëren over dat vervuiling uiteindelijk via voedsel ook altijd in ons eigen lichaam belandt.
Het Noordzeekanaalgebied als puzzel
William Stokman (NOVEX NZKG / Provincie Noord-Holland) presenteerde in vogelvlucht hoe hij de afgelopen jaren heeft gewerkt aan het verbinden van uiteenlopende belangen in het Noordzeekanaalgebied. Aan de hand van een grote, fysieke puzzel – opgesteld als gesprekstool waar stakeholders, bestuurders en raadsleden gezamenlijk omheen konden staan – maakte hij ruimtelijke ambities en wensen op een visuele en tastbare manier inzichtelijk. Gaandeweg werd steeds duidelijker hoe sterk de verschillende delen van het Noordzeekanaalgebied met elkaar samenhangen. Zo blijkt bijvoorbeeld dat de energietransitie in de Amsterdamse haven mede afhankelijk is van de inzet van gronden in de Energiehaven+. Hierdoor kan de aanleg van een nieuw bedrijventerrein elders in Amsterdam mogelijk worden voorkomen.
Drie alternatieve toekomstscenario’s
Sebastian van Berkel (partner bij MUST Stedenbouw) presenteerde de resultaten van het ontwerpend onderzoek ‘Water en bodem sturend in IJmond Noord-Holland’, uitgevoerd in het kader van het Toekomstatelier NL2100. Volgens Van Berkel is het essentieel om bij het opstellen van toekomstscenario’s de historische ontwikkeling van het gebied mee te nemen. Het onderzoek resulteerde in drie centrale verhaallijnen: Cultuur en identiteit, Netwerken en economie en Het water- en bodemsysteem. Door de introductie van water- en bodemsturend beleid raken deze verhaallijnen steeds nauwer met elkaar verweven. MUST formuleerde drie mogelijke toekomstscenario’s voor het Noordzeekanaalgebied:
🔹 Scenario 0 – De Supersluis
Wat als we vasthouden aan de status quo? Het huidige waterpeil van het Noordzeekanaal blijft leidend. Dit ‘Business as Usual’-scenario vereist voortdurende investeringen om het kanaal economisch en functioneel te houden.
🔹 Scenario 1 – Kennemerduin
Wat als we het landschap terugbrengen naar zijn oorspronkelijke staat? De duinen worden hersteld en het kanaal wordt gesloten voor grote schepen. De hoofdkeuze: bewust zoet: actief inzetten op het tegengaan van verzilting op lange termijn, met behulp van natuurlijke duinvorming.
🔹 Scenario 2 – IJzee
Wat als we toestaan dat het Noordzeekanaal in open verbinding staat met de Noordzee? Verzilting tussen de kust en Amsterdam wordt geaccepteerd, terwijl gebieden verder landinwaarts – zoals de Marker- en Randmeren en de regio Utrecht – actief beschermd worden tegen verzilting.
Hoewel de scenario’s logisch en helder zijn gepresenteerd, is het in de praktijk lastig kiezen of te realiseren. Enerzijds vanwege bestaande padafhankelijkheden, anderzijds door de onzekerheden die klimaatverandering en toenemende weersextremen met zich meebrengen. Maar vooral: de reikwijdte van de drie scenario’s is zo groot, en de consequenties zijn zo radicaal verschillend: hoe een begin met het maken van (welke) afwegingen? Hier wordt duidelijk dat er grenzen zijn aan wat beleidsmakers, ontwerpers en stakeholders samen kunnen bereiken binnen de gangbare processen. Er is een nieuwe benadering nodig voor dergelijke complexe, langetermijn vraagstukken, die de fysieke omvang van het gebied overtreffen (omdat ze samenhangen met een complex geheel van mondiale systemen).
Revealing the invisible: rampen in het Westelijk Havengebied
In 2025 gaan drie teams van Architects in Residence (AiRs) aan de slag in het Westelijk Havengebied/IJmond, als onderdeel van het jaarprogramma Een Optimistisch Rampenplan. Zij benaderen het havengebied als een spiegel van mondiale afhankelijkheden – een plek waar de kwetsbaarheden van onze economische, ecologische, klimaat- en transitiesystemen zichtbaar worden. Met een open blik, en zich bewust van de gangbare reflexen (gebrek aan transparantie bij beleid, denken in oplossingen bij ontwerpers, defaitisme bij het brede publiek), onderzoeken de teams niet alleen de gevaren, maar ook de ruimte voor veerkracht, herinterpretatie en toekomstgericht ontwerp.
Spaces of anticipation - New Environments
New Environments richt zich op het begrip sacrifice zone: gebieden die blijvend worden aangetast door milieuvervuiling of industriële activiteit – denk aan locaties met zware industrie of mijnbouw die ‘elders’ nodig zijn om ‘hier’ een duurzame wereld te bouwen. Hun onderzoek zoomt in op de menselijke offers die worden gebracht om de Amsterdamse haven draaiende te houden. Welke verhalen gaan schuil achter de economische waarde van het gebied? Aan de hand van interviews met zeelieden, omwonenden, geplaatste vluchtelingen en kunstenaars van Ruigoord brengen zij in kaart hoe mensen direct of indirect geraakt worden door de op winst gerichte industrie, en hoe de samenleving omgaat met de negatieve bijeffecten daarvan.
Just in Time / Out of time - Taller
“We kopen geen kip, we kopen een systeem,” stelt het Sven Hoogerheide, partner bij Taller. Voedselstromen zijn extreem efficiënt ingericht en daarmee ook abstract geworden. Amsterdam is van oudsher een havenstad, maar door de Just-In-Time-efficiëntie is de dagelijkse verwevenheid met de haven grotendeels onzichtbaar geworden. De haven functioneert vandaag als een schakel in een wereldwijde productieketen, die door de krappe marges (tijd, geld) steeds kwetsbaarder wordt. Een voorbeeld: soja uit Zuid-Amerika wordt opgeslagen in de Amsterdamse haven, verwerkt tot veevoer, en vervolgens weer geëxporteerd. Maar wat gebeurt er als die keten wordt verstoord – door een stroomstoring, staking of cyberaanval op de zeesluis bij IJmuiden, bijvoorbeeld? Taller brengt in beeld welke economische, sociale en ruimtelijke gevolgen zulke verstoringen kunnen hebben, zowel voor de haven als voor de stad Amsterdam.
Onzichtbaar en Onomkeerbaar BOOM Landscape
“We kunnen het einde van de wereld niet voorkomen, we zitten er al middenin,”
Bovenstaande uitspraak vormt het vertrekpunt van het onderzoek van BOOM Landscape naar PFAS en microplastics. Deze onzichtbare, chemische deeltjes – afkomstig uit onder meer brandblussers, teflonpannen, make-up en bakpapier – creëren een onomkeerbare verbinding tussen mens en milieu. In het Westelijk Havengebied bevinden zich diverse grote vervuilende industrieën die bijdragen aan deze problematiek. BOOM Landscape onderzoekt de verspreiding en impact van PFAS en microplastics op verschillende schaalniveaus, en hoe deze zich in de toekomst mogelijk verder ontwikkelen. De steeds hogere concentraties PFAS in het eco-systeem, dieren- en mensenlichamen rechtvaardigt de uitspraak: We gaan eerder ten onder aan PFAS dan aan klimaatverandering. Met prikkelende vragen als: Wat als ons drinkwater giftig blijkt? Hoe kunnen we ons vanuit deze rampgedachte herbezinnen op onze rol als landschapsarchitecten in de toekomst?
“Never waste a good disaster.”
In het laatste uur gingen de aanwezigen in gesprek over de drie thema’s. De deelnemers reflecteerden op de vragen vanuit hun expertise en deelden in welke mate ze urgentie voelden. Enkele quotes die de inzichten van die discussie weerspiegelen:
“Wat is het kantelpunt? We zijn al voorbij het kantelpunt.”
“Where is the hope? There is plenty of hope, but not for us.”
“Een goed voorbeeld van systeemverandering is het verbieden van CFK’s.”
“Het delen van verhalen helpt bij de verspreiden van de bekendheid van problemen van de huidige maatschappij”.
Bezoek de Metropola-website voor meer informatie en de volgende bijeenkomsten.