Vorige week overleed Lucien Lafour op 13 mei 2024 op 81-jarige leeftijd. Bij Arcam herinneren wij zijn werk en zijn bijdrage in Nederland, Suriname en de Antillen. Al in 1991 wijdde Arcam ARCAM POCKET #2 aan zijn werk (Lafour en Wijk Architects, helaas uitverkocht). In 1997 maakte hij samen met Arcam-directeur Maarten Kloos en Marina van den Bergen een tentoonstelling over architectuur in Suriname, waarin zijn werk in Suriname uitvoerig aan bod kwam. En in 2011 organiseerde Arcam de tentoonstelling ’40 jaar Suriname Lucien Lafour’, ter gelegenheid van de koninklijke onderscheiding die Lucien Lafour op 29 april van dat jaar ontving.
De Surinaams-Nederlandse architect werd in 1942 in Amsterdam geboren. Lafour begon zijn studie aan de Kunstnijverheidschool (de latere Gerrit Rietveld Academie). Hij startte zijn carrière als interieurdecorateur, maar ontwikkelde zich later tot architect bij Hannie en Aldo van Eyck. Vervolgens werkte hij ook samen met Piet Blom en Theo Bosch.
Als je gewone, nette huizen maakt, dan kan een Eskimo er in wonen, een Chinees, een Surinamer. Het gaat erom een woning te ontwerpen waar veel mee mogelijk is.
Lafour was zich altijd bewust van zijn afkomst en had een sterke band met Suriname. Daarom was hij in de jaren zeventig af en toe actief in Suriname, waar hij gezondheidscentra, woningen en scholen heeft ontworpen. Tijdens de bouw van een school in Galibi in 1977 ontmoette hij Rikkert Wijk. Dit leidde tot een langdurige samenwerking, en in 1981 vestigden zij samen Lafour en Wijk Architecten in Amsterdam. Hun aandacht was vooral gericht op sociale woningbouw, zowel in Nederland als in Suriname.
Via Stichting Brasa zette Lafour stadsherstel in Paramaribo op de kaart, onder andere door het oprichten van de eerste sociale woningbouwvereniging (Sekrepatu) in Suriname. Ook in Amsterdam zijn bijzondere projecten te vinden, zoals kerkgebouw De Nieuwe Stad (1993) en Haveneiland West Blok 13b (2005).
Zijn bijdrage aan de architectuur gaat veel verder dan alleen zijn gebouwen. Als docent en gids voor jonge architecten benadrukte Lucien Lafour het belang van een professioneel netwerk. Hij was in meerdere opzichten een inspiratiebron voor de jongere generatie ontwerpers, zowel als architect als persoon. Een van de mensen op wie hij een onuitwisbare indruk heeft achtergelaten, is Wouter Pocornie, architect, stedenbouwkundige, onderzoeker en Arcam Programmaraadslid.
Wouter Pocornie over Lucien Lafour
In de schoolbanken van de Faculteit Architectuur in TU Delft hoorde ik voor het eerst over Lafour & Wijk architecten. In een lezing werd kort gerefereerd aan de ontwerpen van Lucien Lafour, omdat de buitenruimten een bijzondere kwaliteit hadden. Er werd gesteld dat dit waarschijnlijk te maken had met zijn Surinaamse roots. Achteraf vroeg ik de docent of hij die naam nog eens kon herhalen. Ik had nog niet eerder van hem gehoord.
Niet lang daarna ging ik bij het bureau langs voor een stageplek. Ik herinner me nog hoe warm Lucien overkwam op mij als student. Sterker nog, hij leek een bepaalde trots mee te geven aan mij. Ik was aan het einde van mijn Bachelor en vond het nog een hele uitdaging om een netwerk op te bouwen en een stageplek te vinden. Uiteindelijk ben ik om praktische redenen bij een ander bureau mijn stage gaan doen.
Na mijn afstuderen, tijdens de crisis (ca. 2013), zocht ik weer contact met Lucien. Hij nodigde mij uit bij – wat uiteindelijk – zijn thuis bleek te zijn. Toen ik dat doorhad, twijfelde ik nog of ik daar wel zou aanbellen. Was het niet te persoonlijk? Toch maar gedaan. Het zal de meeste mensen die Lucien kennen niet verbazen dat hij mij ook hier heel warm heeft ontvangen. Lucien gaf mij lessen mee over architectuur en stedenbouw in Nederland, in Suriname, en het belang van een professioneel netwerk. Zijn vrouw, Inez, werkte toen in dezelfde ruimte. Ik ben dat beeld nooit vergeten: een koppel op leeftijd, dat in elkaar gelooft. Ze leken privé en professioneel te kunnen combineren.
Mijn carrière heeft me tot nu op veel plekken gebracht, maar ook buiten de architectuur kwam ik onverwachts Lucien tegen. Bijvoorbeeld in de archieven van The Black Archives en Vereniging Ons Suriname. Hij was zeer betrokken. Ik kwam Lucien ook tegen bij een jazzconcert in Paradiso. Ik zag zo meer facetten van een architect die ik als inspirator beschouw. Ik zag wederom een man, een partner, een vader, die bovenal nog volop in het leven stond.
Toen wij vanuit The Black Archives uiteindelijk in 2022 in de gelegenheid kwamen om met Lucien samen te werken, was dit voor mij een symbolisch moment. We gingen daadwerkelijk samen een (studie)project doen. Lucien had alle redenen om het rustiger aan te doen. Maar Lucien en Inez deden volop mee met onze programma’s, van avondgesprekken en discussies tot aan fietstours door de hele Bijlmer.
Ik, als jonge architect, en zeker nog steeds zoekende, ben hem dankbaar voor hoe hij een veelzijdige inspiratie vormt. Wat mij betreft reikt dit verder dan zijn indrukwekkende nalatenschap en impact binnen de architectuur. Het zijn vooral zijn vitale, bevlogen persoonlijkheid en mentaliteit die ik ga missen. Iemand die zijn deuren niet hoefde te openen, maar dat wel deed. Vergeef mij mijn egoïsme, maar ik had graag meer van hem geleerd en hem vaker opgezocht.
Grantangi, Lucien, voor alles wat u heeft gedeeld. Direct en indrect. Ik wens uw familie en nabestaanden veel kracht toe.
Waka bun, Lucien Lafour
~ Wouter Pocornie, 2024
Lees ook:
Ook Het Parool herdenkt Lucien Lafour met een portret in de krant: ‘Architect Lucien Lafour (1942-2024) gaf mensen het mooiste wat hij kon bedenken’, 27 mei 2024