Afrikahuis

Joop van Stigt, 1968

Na de sloop van de Sint Willibrorduskerk werd het Afrikahuis ter vervanging voor de parochie gebouwd en in 1968 in gebruik genomen als kerk en buurthuis. Het ontwerp werd echter als onpraktisch beschouwd, waardoor het kerkbestuur al in 1973 naar een alternatief zocht. Van 1994 tot 2008 werd het kerkgebouw gebruikt door de Sociëteit voor Afrikaanse Missiën, waar het haar naam aan dankt. Volgens de architect was het gebouw bedoeld om de gemeenschap te dienen en zou het, zoals ook is gebleken, steeds multifunctioneel gebruikt worden. Sinds 2008 is het geen godshuis meer, maar een veilige plek voor minderheidsgroepen.

Multifunctioneel

De kerk was het eerste Amsterdamse project van Joop Van Stigt als zelfstandig architect. Hij wilde een multifunctioneel gebouw maken, dat als een echte ontmoetingsplek midden in de wijk zou fungeren.
Er was ook een wijkcentrum in gevestigd. Het kerkbestuur wilde echter al in 1973 van het gebouw af: de multifunctionele opzet zou niet werken, onder meer omdat het gebouw te gehorig zou zijn.
In de jaren ’70 werd de ruimte in het souterrain gebruikt als moskee door een Marokkaanse gemeenschap, die in 1980 naar de Tolstraat vertrok. In 1994 werd het gebouw hernoemd tot Afrikahuis, bedoeld voor Afrikaanse katholieken in Nederland.
Sinds 2021 staat het grotendeels leeg en wordt het incidenteel gebruikt. De wens van het bisdom, nog steeds eigenaar, is een groot deel van de ruimte als woningen te verbouwen, tegen de zin van de gemeente die de maatschappelijke functie wil behouden. In het gebouw heeft zich Casa Migrante gevestigd, een instelling voor Spaanstalige migranten van de parochie San Nicolas.

Vijf achthoeken

Met de sterk geometrische plattegrond van vijf gekoppelde achthoeken is de bouwstijl van het gebouw structuralistisch te noemen. Delen, zoals vloeren, wanden, trappen en plafonds van gewassen beton, hebben zelfs de kenmerken van het brutalisme, een stroming binnen de architectuur die gekenmerkt wordt door het gebruik van ruw onafgewerkt gewapend beton of metselwerk.
Op de betonnen plint die als ’tafel’ is vormgegeven, staan gevels van Frans kalksteen. Het dak zweeft vrij boven de gevels, waardoor licht kan invallen. De achthoekige bouwvolumes worden geschakeld door vrijstaande entrees van stalen kozijnen met draadglas. In de betonnen plint waren stroken van glazen bouwstenen opgenomen, deze zijn later dichtgezet met stalen roosters. In het souterrain bevinden zich twee zalen en een entreeplein, die met een glazen gevel grenzen aan een half verdiepte binnentuin.
Behalve de achthoekige kerkzaal (met circa 900 plekken) op de hoek omvat het gebouw een pastorie, woningen voor personeel en twee tuinzalen. Onder de kerkzaal is op straatniveau een pleintje met de ingang. De architectonische waarde van het gebouw, dat ondanks het achterstallige onderhoud, geldt als een gaaf exemplaar van het structuralisme. Bovendien heeft het als naoorlogs kerkgebouw een cultuurhistorische waarde en een stedenbouwkundige waarde door de wijze waarop het zich voegt in de negentiende-eeuwse stedenbouwkundige structuur.

Safe Spaces

Het Afrikahuis was één van de projecten in de tentoonstelling Safe Spaces – Recht op ruimte in de stad (bij Arcam van 05-06 t/m 19-09-21). In deze tentoonstelling onderzocht Arcam hoe ontwerp kan bijdragen aan het creëren van zichtbaarheid acceptatie en bescherming door de toe-eigening van stedelijke ruimtes. Met spandoeken, vlaggen of gebouwen maken uiteenlopende groepen zichzelf zichtbaar in de stad. Ruimteclaims kunnen een tijdelijke vorm hebben (demonstraties), semi-permanent zijn (kleuren, logo’s) of een permanente manifestatie zijn (architectuur, stedelijke ruimte).

Website by HOAX Amsterdam