Het Amsterdam Museum
Het Amsterdam Museum vertelt de geschiedenis van de stad Amsterdam. Het Amsterdam Museum bestaat officieel sinds 1926. Het begon destijds in de Waag begon als dependance van het Stedelijk Museum. In 1975 verhuist het museum naar het huidige pand in het voormalige Burgerweeshuis. Het museum biedt niet alleen een uitgebreid programma over het verleden aan, maar ook over het heden en de toekomst. Het hoofddoel van het museum is om de stad Amsterdam en haar geschiedenis te introduceren. De vaste tentoonstelling gaat over de groei van de stad en haar positie als wereldstad. Daarnaast is een deel van het museum gericht op de geschiedenis van het Burgerweeshuis. Hier kan je het leven van een kind in het weeshuis ervaren. Het museum richt zich ook op educatieve programma’s, televisie en podcasts.
Transformatie
Het Amsterdam Museum is sinds 1975 gevestigd in een historisch gebouwencomplex met meerdere binnenplaatsen aan de Nieuwezijds Voorburgwal. Het complex heeft eeuwenlang dienstgedaan als Burgerweeshuis. Nadat het Burgerweeshuis in 1960 uit het pand vertrekt wordt het complex grondig verbouwd en gerestaureerd. Het complex wordt getransformeerd tot een modern museum dat zich opent naar de stad. Het gebouw krijgt meerdere ingangen en tussen de gebouwen worden nieuwe doorgangen gemaakt. Op de plek waar vroeger de Begijnensloot lag wordt een overdekte museumstraat ontworpen en het voormalige Koerhuis wordt getransformeerd tot museum restaurant. De slaap- en eetzalen van het oude weeshuis worden verbouwd tot bibliotheek- en tentoonstellingsruimtes.
Burgerweeshuis
Tot de alteratie van Amsterdam in 1578 stond op de locatie van het Burgerweeshuis het Sint Luciën nonnenklooster en een oudemannenhuis. In deze periode wordt de katholieke stadsregering afgezet en wordt het klooster in 1580 ingericht als weeshuis. In 1598 wordt het gebouw door groei van het weeshuis uitgebreid met een nieuwe gevel. Deze wordt ontworpen door Hendrick de Keyser. In 1632 wordt door een burgerinitiatief ook het oudemannenhuis bij het weeshuis getrokken. Daarnaast worden onder leiding van Jacob van Campen aan de binnenplaats drie monumentale gevels gebouwd. Deze gevels bepalen nu nog steeds het aanzien van de straten. De poort aan de Kalverstraat uit 1581 vormt de hoofdingang van het terrein. De poort wordt in 1642 versierd met een reliëf van het symbool van het weeshuis: Het stadswapen, acht weeskinderen en een duif. Later worden er versregels van Joost van den Vondel aan de gevel toegevoegd die oproepen tot het doneren van giften aan het weeshuis.
Tekst: Fieke de Groot