Een internationale aanwinst
Tot grote vreugde van de Nederlandse overheid worden in 1969 contracten getekend voor de bouw van een hotel van de Okura-keten in Amsterdam. In de plannen wordt het hotel gecombineerd met een direct naast het hotel te bouwen operagebouw. Wat de architectuur van het complex betreft zijn de ambities hoog. In totaal worden maar liefst vier architecten aangetrokken: twee Japanse en twee Nederlandse.
Plannen in duigen
Het aanvankelijk ontworpen complex bestaat uit twee aparte gebouwen met een onderlinge verbinding en een ondergrondse parkeergarage. Het hotel wordt de hoogte in gedwongen omdat het operagebouw, vanwege de theater-technische eisen, een zware kolos dreigt te worden. Over de budgetten voor de opera zou men nog jaren debatteren, ondertussen wordt er snel gestart met de bouw van het hotel. Pas in 1979 krijgen de architecten Bijvoet en Holt van de burgemeester van Amsterdam te horen dat men voornemens is om het nieuw te bouwen muziektheater te combineren met de voorgenomen stadhuisbouw op het Waterlooplein. Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in de bouw van de zgn. Stopera op het Waterlooplein.
Herkenningspunt in de wijk
Tegenwoordig is de plek waar het muziekgebouw gedacht was, bebouwd met een bejaardentehuis, een kinderboerderij, een jeugd- en een sportcentrum.
Tussen deze gebouwen en de omringende buurt schiet de 23 verdiepingen tellende toren van Hotel Okura Amsterdam onverwacht omhoog en vormt deze een markant herkenningspunt in de stad. Hieraan draagt de barometer onder de luifel van de bovenste verdieping zeker bij: na zonsondergang geven de kleuren blauw (zonnig), groen (bewolkt) of naturel (wisselvallig) de weersvoorspelling voor de volgende dag aan.
Lieke Haan