J.F. Staal
Hoewel Staal voornamelijk wordt geassocieerd met de architectuurstroming van de Amsterdamse School, neemt hij een opvallende eigen positie in binnen de Nederlandse architectuurgeschiedenis. In zijn voornaamste werken wist hij een evenwicht te vinden tussen een rationele en een meer fantastische denkwijze. Het bouwblok dat Staal in 1923 tot stand bracht aan de J.M. Coenenstraat, past aan de ene kant binnen de Amsterdamse School, maar laat tegelijkertijd een overgangsstijl zien van de Amsterdamse School naar een meer orthogonale bouwwijze.
Strakke, persoonlijke stijl
Staal was duidelijk geïnspireerd door De Klerk en Kramer, de twee meest vooraanstaande uitdragers van de eerstgenoemde stroming, terwijl de gevel aan de J.M. Coenenstraat een strakkere en persoonlijkere stijl laat zien die Staal in zijn latere gebouwen verder uitwerkte. De lange vlakke baksteengevel is voorzien van reeksen steeds dezelfde ramen. Bij de ingangspartijen krijgen de inpandige trappen daglicht via zuilvormige erkerramen, die door middel van een raster van blauw stalen raamstijlen in vierkante ruitjes zijn opgedeeld.
De Wolkenkrabber
Staal trachtte steeds meer een op zichzelf zakelijke architectuur een visueel aantrekkelijke vorm te geven. Het beste voorbeeld hiervan is zijn latere werk Het 12-verdiepingenhuis, bijgenaamd ‘De Wolkenkrabber’ (1932). Staal slaagde er met deze en andere ontwerpen in om actuele trends in de architectuur te verwerken in zijn gebouwen, terwijl hij tegelijkertijd vasthield aan oudere ideeën.