Openheid en verbinding met de stad staan centraal in het Oranje Huis (2015), een opvanglocatie voor mishandelde vrouwen en kinderen. Het motto is ‘veiligheid door zichtbaarheid’. Initiatiefnemer en architect Minke Wagenaar constateerde dat in Amsterdam behoefte was aan opvang met meer autonomie. Haar ontwerp voor het zorgproject is opgenomen in een wooncomplex, ontworpen door FARO, in het hart van de Kinkerbuurt. Het opvanghuis staat hierdoor middenin het stadsleven en slaat daarmee een nieuwe weg in voor dit zorgtype.
Grootstedelijk
Het Oranje Huis, onderdeel van het bovengenoemde project aan de Kostverlorenkade, is een mooi voorbeeld van een zorgproject, ingebed in een gemengd grootstedelijk woongebouw. FARO Architecten ontwierp in opdracht van Van Wijnen Projectontwikkeling in dit gebied een ensemble van drie woongebouwen: 171 woningen bovenop een parkeergarage in twee lagen met 306 plekken. Een belangrijk deel van de woningen is afgenomen door Altera Vastgoed NV en een deel door corporatie De Alliantie, die het complex aan de Blijfgroep verhuurt.
Open karakter
Het Oranje Huis wordt bewoond door cliënten van de Blijfgroep (Blijf-van-mijn-Lijfhuis) en zorgt voor opvang van vrouwen en kinderen die noodgedwongen tijdelijk ergens anders moeten wonen. Het bestaat uit 53 tweekamerappartementen en een aantal gezamenlijke voorzieningen, zoals twee noodkamers, twee huiskamers, kinderwerk, een speelplaats en een aantal kantoorruimten. In tegenstelling tot andere Blijf-van-mijn-lijf huizen heeft het Oranje Huis een heel open karakter. De kerngedachte is: veiligheid maak je samen. Er is hier veel aandacht aan besteed zonder dat dit al te zichtbaar is. De hoofdentree ligt op een goed zichtbare en publieke plaats tegenover een van de toegangen van de Hallen. Een beveiligde tochtsluis leidt naar de receptie waaraan en de verschillende spreekkamers. Hier vinden, als de situatie het toelaat, gesprekken plaats met de slachtoffers en hun (ex)partners. Glazen wanden, met matglazen stroken zorgen voor een zekere transparantie van de spreekkamers naar de gang. Op de eerste verdieping bevinden zich de werkruimtes van de hulpverleners.
Ontwerp
De drie gebouwen van De Hallen Zuid vormen samen een collectieve binnenhof, dat bovenop de parkeergarage is ingericht als tuin. In het ontwerp maakt FARO nadrukkelijk onderscheid tussen de robuuste, stoere buitenkant en dit binnenhof, dat veel lichter van kleur is. De lichte kleurstelling compenseert de geringe hoeveelheid aan zon- en daglicht. De robuuste buitenkant refereert aan de nog aanwezige industriële bebouwing uit het verleden. Tegelijkertijd is deze referentie niet eenduidig, de gebouwen ontkennen niet dat ze woongebouwen zijn. In essentie is ieder gebouw in het ensemble, vanaf de openbare ruimte beschouwd, een kloek gebouw onder een dubbele kap met een eenvoudig ritme van ramen.
Safe Spaces
Het Oranje Huis was één van de projecten in de tentoonstelling Safe Spaces – Recht op ruimte in de stad (bij Arcam van 05-06 t/m 19-09-21). In deze tentoonstelling onderzocht Arcam hoe ontwerp kan bijdragen aan het creëren van zichtbaarheid, acceptatie en bescherming door de toe-eigening van stedelijke ruimtes. Met spandoeken, vlaggen of gebouwen maken uiteenlopende groepen zichzelf zichtbaar in de stad. Ruimteclaims kunnen een tijdelijke vorm hebben (demonstraties), semi-permanent zijn (kleuren, logo’s) of een permanente manifestatie zijn (architectuur, stedelijke ruimte).