Het valt bijna niet op, maar naast de hoogbouw van Sloterdijk en in de schaduw van de A10 ligt een historisch dorp dat ooit een haven aan het IJ was. In de 13e eeuw werd de Spaarndammerdijk aangelegd om het land te beschermen tegen het onstuimige water van het IJ. Langs de dijk ontstond een kleine haven die het IJ verbond met de rivier de Slooter, wat later het dorp Slooterdyck werd genoemd.
In 1632 werd de Haarlemmertrekvaart aangelegd, die Amsterdam en Haarlem met elkaar verbond over het water. De welvaart van Slooterdyck nam toe en al snel bouwden veel Amsterdammers buitenhuizen langs deze nieuwe verbinding. In 1839 vertrok vanaf station Sloterdijk de eerste trein richting Haarlem over de nieuwe spoorlijn die parallel liep aan de trekvaart.
Van 1890 tot 1905 bevond het treinstation zich in het dorp Slooterdyck. Op 3 juni 1956 werd een nieuw station geopend, Station Amsterdam Sloterdijk, ontworpen door architect Koen van der Gaast. Het huidige station, ten noordwesten van het oude dorp, opende in 1983. Het oude station werd omgedoopt tot Station Sloterdijk Zuid om verwarring te voorkomen, maar werd in 1985 gesloten en gesloopt na de verlegging van de spoorlijn.
Tegenwoordig is het moeilijk te herkennen dat het oude dorp ooit een haven aan het IJ had. Toen een groot deel van het IJ werd ingepolderd, veranderde het gebied ten noorden van het dorp in een industrieterrein, en de haven werd verder naar het noorden en noordwesten verplaatst. Deze ontwikkelingen brachten de toekomst van het idyllische dorp in gevaar.
Ondanks de enorme veranderingen in het omliggende landschap, staat een deel van het dorp nog steeds trots tussen de moderne ontwikkelingen. Op de plek waar het oude station stond, staat nu een beeld genaamd “De Verdwenen Boer”, ter herinnering aan de families die moesten wijken voor stadsuitbreidingen. Ook de historische Petruskerk, met zijn 15e-eeuwse toren, blijft bewaard. In 1968 werd een stichting opgericht om de kerk en andere gebouwen te redden van de stadsontwikkelingen en het dorpszicht in originele staat te behouden. Het kerkhof, waarvan de grafrechten “voor onbepaalde tijd” waren verkocht, speelde hierbij een cruciale rol.
Hoewel Sloterdijk grotendeels is opgeslokt door de oprukkende stad, blijft de herinnering aan het dorp levend door de inzet van de stichting en de gemeenschap. De kerk en omliggende gebouwen vormen waardevol cultureel erfgoed en herinneren aan een tijdperk dat lijkt te vervagen in de snel veranderende stad. Dit roept de vraag op hoe Sloterdijk zich verder zal ontwikkelen, met behoud van zijn unieke historische karakter te midden van de moderne stedelijke veranderingen.