DIY Fietsroute De Route van de Turkse Gastarbeider

29.04.25 Arcam
Fiets mee door een vergeten geschiedenis

Zestig jaar geleden kwamen de eerste Turkse gastarbeiders naar Nederland – mannen die dachten maar even te blijven, maar die onmisbaar werden voor de opbouw van onze stad.

Tijdens deze route, opgesteld door Emin Batman (interdisciplinaire kunstenaar, architect en content creator) fiets je langs plekken waar hun verhalen tot leven komen: de scheepswerf waar ze werkten, het barakkenkamp waar ze sliepen, de plek waar ze streden voor hun rechten, en de moskee waar ze rust vonden.

Deze stad dragen we samen. Stap op de fiets, luister, kijk – en leer de geschiedenis kennen die vaak onzichtbaar blijft, maar nog elke dag voelbaar is.

Introductie

Zestig jaar geleden, op 9 augustus 1964, sloot Nederland een wervingsakkoord met Turkije. Vertegenwoordigers van bedrijven, soms de directeur zelf, reisden Turkije door om arbeiders te rekruteren met de belofte van goed betaalde tijdelijke banen en huisvesting. Zo kwamen er Turkse gastarbeiders in Nederland terecht, waarvan honderden zich vestigden in Amsterdam.

Wat begon met een paar honderd jonge mannen die van plan waren maar enkele jaren te blijven, groeide uit tot bijna een half miljoen Turkse Nederlanders die niet meer weg te denken zijn uit onze samenleving. De impact van de eerste golf Turkse migranten is nog steeds voelbaar in het heden. Zij hebben actief meegebouwd aan de stad, hier hun leven opgebouwd, gezinnen gesticht en zijn een integraal onderdeel geworden van de maatschappij.

Locatie 1: NDSM

De Nederlandsche Dok en Scheepsbouw Maatschappij wierf veel Turkse werknemers om hun personeelstekort op te lossen. De NDSM bouwde en repareerde schepen en had een eigen opleidingsinstituut waar de gastarbeiders werden opgeleid tot lasser, bankwerker, metaalbewerker, modelmaker, etc. Honderden schepen werden bij de NDSM te water gelaten, de een nog groter dan zijn voorganger.

De arbeidsomstandigheden waren zwaar. Werknemers werkten dagen van 16 uur lang, verloren vingers, en werden na een bedrijfsincident door de bedrijfsdokter soms direct, of de volgende dag, de werf weer opgestuurd. Toen de zware industrie in de jaren tachtig in verval raakte door de oliecrisis en opkomende concurrentie uit Azië, sloot de NDSM haar deuren na vergeefse demonstraties.

Locatie 2: Woonoord Atatürk

In woonoord Atatürk werden van 1965 tot 1978 Turkse gastarbeiders ondergebracht die werkten in de woning- en scheepsbouw. Het kamp bestond uit eenvoudige witte houten barakken, met daarin 34 wooneenheden waarin elk acht mensen sliepen. In totaal was er plek voor 272 bewoners. Daarnaast was er een kleine kantine, een garage en een ziekenzaaltje. De relatie tussen de bewoners en het Nederlandse personeel was stroef. Zo werd door een brand in de keuken de enige Turkse kok ontslagen; en dat terwijl de bewoners het eten van de Nederlandse koks niet te eten vonden. Bij de werving in Istanbul was Turks eten beloofd, maar de arbeiders kregen beschimmelde Hollandse pot. Als reactie gingen de Turken drie weken massaal in hongerstaking. Hierdoor werd er wekelijks 10.000 gulden aan eten weggegooid, voor het geval dat de demonstranten zich bedachten. De hongerstaking bleek een succes, en na drie weken werd een nieuwe Turkse kok aangenomen en mochten de bewoners voortaan zelf koken op de kamer. In 1978 kwam het kamp in moeilijkheden.

De achteruitgang van de zware industrie in en rond Amsterdam betekende het ontslag van veel arbeiders en daarmee ook hun vertrek uit het woonoord. Gezinshereniging kwam op gang en met de leegloop werd het simpelweg te duur om open te blijven. Maar de Turkse bewonerscommissie lieten zich niet zomaar wegsturen en drong bij de wethouder voor volkshuisvesting aan op de oprichting van een monument voor woonoord Atatürk. Terwijl de bewoners in augustus hun spullen pakten, werd het monument in dezelfde maand nog gebouwd én onthuld.

Locatie 3: Indeco woningen Buiksloot

Een aantal van de bewoners van woonoord Atatürk was werkzaam in de systeemwoningbouw.  Woningbouwelementen werden in de fabriek geproduceerd en door middel van kranen op locatie in elkaar gezet. Door deze destijds vernieuwende systeembouw konden snel heel veel woningen van hetzelfde formaat worden gebouwd. Er was veel kritiek op de woningen. Door de troosteloze uitstraling, massaliteit en allerlei bouwtechnische en sociale problemen waren de woningen erg onpopulair.

Vooral in Buikslotermeer werden veel systeemwoningen door Turkse gastarbeiders gebouwd. Ook hier waren de arbeidsomstandigheden slecht. In januari 1965 staakten de werknemers van de woningbouwfabriek Indeco-Coignet voor hoger loon en reisvergoeding. Indeco-Coignet ging niet akkoord met de eisen; sterker nog, alle 57 Turken werden ontslagen en midden in de nacht op het vliegtuig gezet en naar Turkije gestuurd. Omdat het vliegtuig geen landingsvergunning had, kregen ze aan de telefoon met Ankara te horen dat ze het morgenochtend om 9:00 uur nog maar eens moesten proberen. De woningen in Buiksloot zijn inmiddels als gemeentelijk monument aangewezen.

Van Leer Fabriek

De Van Leer fabriek was een van de laatst overgebleven industriële bedrijven in Buiksloot, en bijzonder omdat hier Turkse vrouwen werkzaam waren. In de fabriek werden asfalt, benzine en olievaten voor onder andere Shell geproduceerd. Het idee dat Turkse vrouwen in Nederland kwamen, voor de kinderen zorgden en thuisbleven is niet helemaal waar. Om een verblijfsvergunning te krijgen moesten ook zij werken. Naast de Van Leer fabriek gebeurde dat voornamelijk in de confectie-industrie. De werkdruk was zo hoog dat de zorg voor de kinderen soms moeilijk was. Een Turks koppel was gedwongen hun zoontje terug te sturen naar familie in Turkije vanwege de lange werkdagen.

Amsterdam Centraal

Amsterdam Centraal was dé plek voor gastarbeiders om elkaar te ontmoeten en aan de drukte de pensions te ontsnappen. In de stationskiosk werden Turkse kranten verkocht die eigenlijk speciaal voor arbeiders in Duitsland waren gedrukt. Het station was daardoor ook de enige plek waar men op de hoogte kon blijven van ontwikkelingen in het thuisland. In het Noord-Zuidhollandsch Koffiehuis tegenover Centraal Station Amsterdam kwamen vaak Turken bijeen die nog geen werk hadden gevonden en overlast veroorzaakten. Hoe dan ook stelde het koffiehuis een verbod in voor alle buitenlandse gastarbeiders.

Pensions Warmoesstraat

Gastarbeiders woonden in een barakkenkamp, een gedeelde zolder bij particulieren of een beddenpension. In de pensions waren de omstandigheden het slechtst. Meestal sliepen arbeiders bij elkaar in kleine kamers vol stapelbedden zonder privacy. Regelmatig moesten de matrassen worden gedeeld. In de volksmond werden ze dan ook ‘Turkenpakhuizen’ genoemd. Soms woonden hier hele families bij elkaar.

De veiligheid in de pensions werd enorm verwaarloosd. In 1970 overleden negen Marokkaanse gastarbeiders bij een brand in een pension in de Amstelstraat. De protesten tegen de gevaarlijke leefomstandigheden die volgden leidden tot de ontruiming van veel pensions, maar de bewoners eisten dat zij passende huisvesting kregen voordat ze vertrokken. Als protestactie werden twee panden op de Tuinstraat en Govert Flinckstraat gekraakt.

Fatih-moskee

Van buiten lijkt het op een kerk, maar de Fatih-moskee is al bijna 35 jaar de grootste moskee van Amsterdam. Waar gastarbeiders eerder in geïmproviseerde en gehuurde locaties tijdelijk hun gebedsruimte stichtten, zie je in de jaren 1980 met de aankoop van de Fatih-moskee en het veranderen van het in- en exterieur, de intentie en uiting om zich in de stad te vestigen. De architectuur past binnen de stijl van de Delftse school, behoudend en ingetogen. Met de spitsbogen en geveltorens zijn (neo)gotische elementen toegevoegd. Het gebouw heeft een rijke geschiedenis: katholieke kerk, sleep-inn locatie voor hippies, tapijtenhal, muziekwinkel en sinds 1981 een moskee. Toen de tapijten centrale zich in de kerk vestigde werden de bakstenen muren volledig gewit en het hoge plafond afgesloten.

Met de komst van de moskee kwamen de bakstenen muren, gewelven en kleurrijke glas-in-loodramen weer tevoorschijn. Wie nu aan de binnenkant van de Fatih-moskee wandelt en goed kijkt, ziet tussen de groeven van de bakstenen muren van het middenschip restanten van witte verf. Het interieur van de moskee werd 180 graden gedraaid om richting Mekka te bidden, en kruisen op de torens zijn vervangen door halve manen.

Website by HOAX Amsterdam