Als de afgelopen weken iets duidelijk hebben gemaakt, is het wel hoe snel onze vaste waarden en ideeën achterhaald kunnen raken. Dat geldt ook voor architectonische begrippen. Arcam is begonnen met een inventarisatie daarvan en beschouwing daarop.
Na wekenlang in een virtuele, afstandelijke wereld te hebben geleefd zonder fysiek contact, begint de thuisisolatie niet alleen ouderen en millennials op te breken. Huidhonger is onderdeel van de dagelijkse gemoedstoestand geworden. Op anderhalve meter afstand verdwijnen de handdruk, het schouderklopje, de aai over de bol en al die andere fysieke aanrakingen. Hoog tijd om de tactiliteit van de architectuur opnieuw te bezien. Architectonisch herijken #4 duikt in de kunst van het zintuiglijk ontwerpen.
Fotograaf Frank Ruiter legt de verveling van zijn kinderen vast (kijken). Geluidskunstenaar Elise ’t Hart onderzoekt momenteel hoe de intelligente lockdown klinkt (horen). Maar om de gierende huidhonger te stillen, moet de tastzin worden bevredigd (als fysieke bevestiging van ons bestaan). De Finse architect Juhani Palasmaa (1936) beschreef in The eyes of the Skin – Architecture and the Senses (1995) de relatie tussen een gebouw en zintuiglijke waarneming. “The experience of home is essentially an experience of intimate warmth […], where home and the pleasure of the skin turn into a singular sensation.” Zo bezien is het geen wonder dat Nederland massaal aan het klussen is geslagen (en dat sexspeeltjes niet aan te slepen zijn). We willen weer verliefd worden op ons huis, nu dat radicaal onttoverd is, en ineens veel meer functies moet vervullen dan ‘slechts’ een Thuis te zijn. “Any human–being is a self-construction”, in de woorden van Palasmaa. Al doe-het-zelvend maken we onszelf en ons huis aantrekkelijker en geven we zin aan ons bestaan.
Wie ooit het Kolumba of de thermen van Vals van architect Peter Zumthor (1943) betrad, weet dat architectuur in staat is om fysiek te omarmen, te koesteren en te strelen. Door de afmetingen, het licht, de temperatuur, de materialen en de tijdlagen, worden gewaarwordingen zoals hoop, herinnering en troost bijna tastbaar. Juhani Pallasmaa had dat eerder al ontdekt tijdens zijn verblijf in Taliesin West, de architectuurschool van Frank Lloyd Wright. Hij noemt sfeergevoeligheid het zesde zintuig van de mens. Voor Zumthor is dat de koppeling van tast aan herinnering. Die twee samen horen praten, is magische kost.
Cruciaal is het besef dat een gebouw niet per se gezien, maar vooral gevoeld moet kunnen worden. De publicatie Architectuur door andere ogen (2012) is het Nederlandse ijkpunt op dit onderwerp en nog altijd hyper actueel als aanvulling op het Bouwbesluit, dat slechts minimale richtlijnen biedt voor de haptische architect. Desalniettemin zullen we moeten gaan wennen aan een tijdperk, waarin fysiek contact minder vanzelfsprekend is en dat architecten dat niet alleen kunnen oplossen. Voor body architect Lucy McRae is dit het vertrekpunt van al haar werk. “We’re moving towards a touch crisis where we’re inundated with technology, to the point of anxiety,”, zegt McRae. Dan zijn tactiele ervaringen alleen niet voldoende. Haar ontwerpen voor de Compression Cradle en de Compression Carpet lijken sinds kort niet zo heel futuristisch meer.