Plek van ontmoeten
Het Marineterrein op Kattenburg is sinds de opening voor publiek in 2015 een gebied met groeiende populariteit. Vooral bij hittegolven stroomt het terrein vol met stadsbewoners die verkoeling zoeken in het water, zonnen op het grote grasveld, de schaduw opzoeken onder de hoge bomen of simpelweg willen genieten van de gezelligheid die zorgt voor een festivalachtige sfeer. Het stukje groen midden in de stad kent een rijke historie en is nog altijd volop in ontwikkeling.
Rijke historie
Het oudste deel van het terrein, de oostelijke strook, dateert uit het midden van de zeventiende eeuw en groeide uit tot de grootste marinewerf van het land. Hier is in 1655 de eerste steen gelegd voor de bouw van het ’s Lands Zeemagazijn, ontworpen door Daniel Stalpaert. Het gebouw staat nu bekend als het Scheepvaartmuseum. Ook het langwerpige poortgebouw dat gerealiseerd is om de admiraliteitswerf af te sluiten van de rest van het eiland stamt uit die tijd en is nog steeds karakteristiek voor het terrein. In 1915 sluit de werf en gaat het complex verder onder de naam Marine Etablissement Amsterdam. In de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog zijn op het terrein gevestigde particuliere huurders verzocht om plaats te maken voor defensie. Tijdens de Duitse bezetting is het terrein gebruikt door het Duitse leger. Meerdere bunkers zijn toen op het terrein geplaatst, waarvan sommige onder de grond. De Koninklijke Marine heeft het terrein opnieuw in gebruik genomen in de jaren na de oorlog.
Moderne herinrichting
In de jaren zestig van de twintigste eeuw is een groot deel van het dok gedempt en heeft het Marine-etablissement zijn huidige vorm gekregen. Vervolgens is het terrein heringericht met de komst van voor die tijd moderne gebouwen, zoals de Commandantswoning en het Commandementsgebouw. Deze twee gebouwen zijn als functionele eenheid gebouwd in de periode 1962-1966 naar ontwerp van ingenieurs- en architectenbureau F.C. de Weger.
Villawoning
De Commandantswoning is, zoals de naam al doet vermoeden, gebouwd als een dienstwoning voor de commandant. De architectuur is typerend voor jaren zestig villabouw. Het kubusvormige bakstenen gebouw heeft twee verdiepingen. De begane grond is bedoeld voor representatie en de eerste verdieping voor de privévertrekken. Onder het gebouw is een bunker aanwezig. Het gebouw heeft een robuuste betonconstructie en er is sprake van gestandaardiseerde bouw. De gevel heeft raampartijen van verschillende grootte. Open en gesloten gevelvlakken zorgen voor een spannende compositie. De kozijnen zijn oorspronkelijk van staal. De woning is verbonden met het Commandementsgebouw door middel van een luifel. Om de gebouwen zijn fraaie tuinen en terrassen aangelegd, vermoedelijk naar ontwerp van H. Warnau. Begin jaren negentig is de woning op voorspraak van Rijksbouwmeester Kees Rijnboutt door architect Manfred Kausen gerenoveerd en gerestaureerd.
Geheim
De Commandantswoning heeft lange tijd een geheimzinnig imago gehad. De hoge haag sluit het gebouw af van de omgeving en de woning was lange tijd niet te vinden op welke kaart dan ook. Het zou de plek zijn geweest voor geheime besprekingen en chique diners met buitenlandse gasten. Ook gaan er geruchten rond dat Ayaan Hirsi Ali, toen er in 2005 voor de veiligheid van de politica werd gevreesd, en Geert Wilders ondergedoken zijn geweest op deze locatie. In het gebouw is nu Bureau Marineterrein gevestigd dat werkt aan de organische herontwikkeling van het terrein tot een innovatiemilieu in het hart van de stad. Zij hebben PVC-buizen in de hoge heg gestoken die zorgen voor doorkijkjes om zo de geheimzinnigheid symbolisch te doorbreken. De PVC-buizen doen denken aan schutsgaten in een muur en verwijzen daarmee misschien wel naar het militaire verleden van de plek. Naast het kantoor van Bureau Marineterrein wordt de Commandantswoning nu ook gebruikt voor zaalverhuur.
Thuisomgeving van student Vincent van Gogh
Het Marineterrein (toen nog ’s Lands Werf) huisvest van 1877 tot 1878 een hele bijzondere bewoner: Vincent van Gogh. Hij verblijft bij zijn oom Johannes van Gogh, die op dat moment commandant is op de werf. Vincent studeert theologie en slaapt in een kamer in de zijbeuk van het poortgebouw (de Commandantswoning bestaat dan nog niet). Het prachtige uitzicht op de werf beschrijft hij als volgt in een van zijn brieven: “Dezen morgen was ik vroeg op, het had des nachts veel geregend maar zeer vroeg brak de zon door de wolken heen, de grond en de stapels hout en balken op de werf waren doornat en in de plassen weerkaatste de lucht geheel goud door de opkomende zon en om 5 uur zag men al die honderden werklieden als kleine zwarte figuurtjes overal heen verspreiden.”
Tekst: Anna Peschier