Stadsplein in woonwijk
Het Mercatorplein ligt in Plan West uit 1922, het zogenoemde ‘6000 woningenplan’ voor het gebied ten westen van de Admiralengracht. Verschillende bekende architecten van de Amsterdamse School werkten mee aan dit woningbouwplan, zoals Staal, Wijdeveld en Kropholler. H.P. Berlage kreeg opdracht om het Mercatorplein met woningen en winkels te ontwerpen als esthetisch en stedenbouwkundig middelpunt van het uitbreidingsplan.
Poortgebouwen en hoektorens
Berlage schoof de winkels op de begane grond onder arcades, waardoor overlast voor de bewoners van de bovenwoningen werd beperkt. De gevels van de woon- en winkelblokken werden sober uitgevoerd met rode baksteen en lichte granieten banden. De toegangswegen, de Hoofdweg en de Jan Evertsenstraat, bepalen de asymmetrische plattegrond van het plein. Op twee hoeken van het plein zijn poortgebouwen geplaatst waar verkeerswegen onderdoor lopen. Bovendien plaatste Berlage op de noordoostelijke en zuidwestelijke hoeken torens van elk 35 meter hoog.
Herinrichting met verwijzing naar verleden
De torens vormen verticale accenten naast de horizontaal ogende woningblokken, ze benadrukken als blikvangers de vorm van het plein en in de omgeving werken ze als oriëntatiepunten. De noordelijke toren werd in 1961 afgebroken, maar bij de herinrichting van het plein in 1998 is in de nieuwbouwwand een reconstructie van de toren naar Berlage’s ontwerp opgenomen. Destijds is ook een parkeergarage onder het plein gelegd met een ‘ezelsoor’ als ingangspartij. Het plein is daarbij opnieuw ingericht en de gebouwen gerestaureerd en deels nieuw gebouwd.