Binnenhaven Amsterdam
Koelpakhuis de Zwijger vormde na de bouw in 1933-1934 een onderdeel van de aaneengesloten bebouwing van vemen, pak- en koelhuizen die lagen aan de Oostelijke Handelskade, deel van de toenmalige binnenhaven van Amsterdam.
Het Nieuwe Bouwen
Het koelhuis was bedoeld om bedervende producten voor langere tijd op te slaan en is gebouwd naar ontwerp van de samenwerkende architect J. de Bie Leuveling Tjeenk en constructeur K. Bakker. Doordat het gebouw volgens de principes van het Nieuwe Bouwen is ontworpen en hierdoor de constructie van het gebouw aan de buitenkant duidelijk waarneembaar was, was het een van de modernste koelhuizen van zijn tijd. De betonnen draagconstructie bestaat uit paddenstoelkolommen die de uitkragende derde tot en met zevende verdieping dragen. Op de blinde gevel, aan de oostkant, zijn negen namen aangebracht van steden waar de maatschappij kantoren had.
Cultureel centrum
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het havengebied ontruimd en verloor het koelhuis haar oorspronkelijke functie. Inmiddels is het gebouw, na jaren van leegstand, Rijksmonument geworden, waardoor het ingepast moest worden in nieuwe stedebouwkundige plannen: het pakhuis is herontwikkeld tot cultureel verzamelgebouw. Het architectenbureau J. van Stigt heeft Pakhuis de Zwijger met behoud van het gesloten karakter, in een toegankelijk en in hoge mate transparant gebouw getransformeerd. De plint van het gebouw is in glas gezet, waardoor de entree op de begane grond en de horeca op de eerste verdieping in direct contact staan met de straat en de brug. Sinds 2000 steekt dwars door het gebouw de Jan Schaeferbrug heen die de Pietheinkade met het Java eiland verbindt.