Vijftiende-eeuwse verdedigingstoren
In het centrum van Amsterdam, tegenover het Centraal Station, staat de Schreierstoren. Deze toren, die dateert uit rond 1487, was onderdeel van de eerste verdedigingswerken die vanaf 1481 werden aangelegd. Hierbij werden stadspoorten en stadstorens onderling verbonden door de stadsmuur. Vanaf de toren had men goed uitzicht op het open IJ. Bij de sloop van de vroege verdedigingswerken in de zeventiende eeuw zijn alleen de Schreierstoren en St. Antoniespoort (de huidige Waag) bewaard gebleven.
Kantoor van de havenmeester
Aan het uiterlijk van de toren is nooit veel veranderd. Het basement is bekroond met een achthoekige, door rondboogjes ondersteunde opbouw van waarachter een met leien bedekt tentdak opgaat. Op het dak staat een windwijzer met het koggeschip. In de achttiende eeuw zijn de smalle lichtspleten, die oorspronkelijk de enige vensters vormden, vervangen door de huidige grote kruisvensters. Hiermee beoogde men meer licht te geven aan het kantoor van de havenmeester, dat van 1656 tot 1960 in de toren gevestigd was. Uit deze tijd dateert ook de rechthoekige aanbouw, met terras en bootloods, aan de zuidzijde.
Schrayenhouck
De naam van de toren is een verbastering van de naam Schrayenhouck, die verwijst naar de plek waar de Geldersekade en de Oudezijds Kolk samenkomen onder een scherpe hoek. Later deed het verhaal de ronde dat de naam van de toren een verwijzing is naar de schreiende vrouwen, die vanaf deze plek afscheid namen van hun geliefden die het zeegat kozen aan boord van de VOC-schepen. Tegenwoordig is in de Schreierstoren een café gevestigd.