Ziekenhuis voor de burgerij
Aan de Linnaeusstraat, nabij het Oosterpark, ligt het voormalige Burgerziekenhuis. Heden ten dage valt het gebouw direct op vanwege de wit-oranje gestreepte markiezen. Het Burgerziekenhuis is door architect Dolf van Gendt ontworpen en speciaal voor de burgerij van de stad geopend die tot dan toe geen geschikt ziekenhuis had om naar toe te gaan. De notabelen gingen destijds namelijk naar het Prinsengrachtziekenhuis, arme mensen konden terecht bij een van de twee stadsgasthuizen. Vereeniging Het Burgerziekenhuis wordt in 1878 opgericht om het Burgerziekenhuis te realiseren. Hiervoor kopen ze in 1884 een stuk grond aan de Linnaeusstraat en het weiland erachter. Om het geld voor de bouw bij elkaar te sprokkelen zijn onder andere 200 kunstwerken geveild, die door kunstenaars gratis ter beschikking zijn gesteld. De bouw heeft 1 miljoen gulden gekost en bij opening wordt het Burgerziekenhuis gezien als ultramodern. Zo heeft het hydraulische liften, elektriciteit, stromend water en een centrale verwarming. Het gebouw heeft vier bouwlagen. De gevel is in neorenaissance stijl gebouwd en heeft centraal een royale ingang. Door de tijd heen is het gebouw met nieuwe gedeeltes achter en naast het gebouw uitgebreid. Ook de typische markiezen zijn later aan de gevel toegevoegd.
Tijdelijk onderkomen voor de Koningin
Prins Bernard is in 1937 in het Burgerziekenhuis behandeld, nadat hij een auto-ongeluk kreeg in Diemen. Koningin Wilhelmina en Prinses Juliana zijn toen tijdelijk ingetrokken in het ziekenhuis en een maand lang is het land vanuit dit ziekenhuis ‘geregeerd’. Een andere beroemde patiënt is Johan Cruyff die in 1947 in het Burgerziekenhuis is geboren. Met de komst van het Academisch Medisch Centrum in 1991 wordt het Burgerziekenhuis overbodig. In 1991 sluit het dan ook de deuren en verhuist naar het Flevoziekenhuis in Almere.
Ziekenhuis, Stadsdeelkantoor en nu een hotel
Het gebouw is in de jaren daarop verbouwd en gerenoveerd naar ontwerp van Menno Homan. Het interieur is destijds verbouwd tot modern kantoor. De gemetselde boogjes, die aan het plafond de oorspronkelijke vloerconstructie laten zien, zijn bij de renovatie intact gelaten om het oorspronkelijke karakter in stand te houden. De oude eiken kozijnen zijn vanwege bouwfysische redenen vervangen door nieuwe van aluminium. Een raadzaal en een trouwzaal zijn achter het gebouw aangebouwd. Tussen 1994 en 2009 heeft het kantoor van Stadsdeel-Oost zich in het gebouw gevestigd. Daarna is het gebouw in opdracht van een projectontwikkelaar opnieuw verbouwd en gerenoveerd. Dit keer tot een viersterrenhotel met 125 kamers. De vleugel uit 1970 is gesloopt en door nieuwbouw vervangen. Het interieur van The Manor Hotel Amsterdam staat in het teken van Amsterdam. Zo zijn de Rode Andreaskruisen dominant aanwezig in het behang en zelfs in de vorm van bankjes. Ook sieren collages met Amsterdamse bezienswaardigheden de gangen beneden. Tegelijkertijd waan je je nog steeds een beetje in de sfeer van het oude Burgerziekenhuis: de trappen zijn nog hetzelfde en de hotelkamers zijn aangekleed met typische ziekenhuisgordijnen.
Tekst: Anna Peschier