Het langgerekte Java-eiland dat voorheen een werkeiland was, is in 1999-2000 bebouwd volgens een masterplan dat Sjoerd Soeters maakte op basis van het stedenbouwkundig programma van eisen van DRO (1991).
Dwarsgrachten op Java-eiland
Het eiland wordt doorsneden door vier kunstmatig aangelegde dwarsgrachten, waarvan de Brantasgracht de meest westelijke is. Op de hoek van de gracht staan grote kadegebouwen met appartementen. Soeters ontwierp het kadegebouw op de hoek van de zuidelijke Java-kade en de gracht waarbij de zware plint om de hoek is gevouwen ter introductie van het grachtje. In dit gebouw zijn gezinswoningen en zogenaamde duo-woningen opgenomen waarin twee personen ieder hun eigen woonruimte kunnen creëren. De gracht bestaat uit een aaneenrijging van individuele kavels waarop woongebouwen met hoge en relatief smalle gevels staan die elk van hoogte verschillen. Deze opzet is geënt op de Amsterdamse grachten in het centrum. Aan de aloude grachtenopzet is een moderne invulling gegeven door de verschillende architecten waarvan de ontwerpen elk viermaal zijn gebouwd langs de verschillende grachten op het eiland.
Onrustig gevelbeeld
Het principe van de verschillende ontwerpen resulteert volgens de architect Art Zaaijer in een tamelijk onrustig gevelbeeld waardoor hij in het ontwerpen van twee panden aan de Brantasgracht (straatnummers 4 en 21) bescheiden is gebleven in de architectonische expressie. Het gevelontwerp bestaat uit twee gemetselde zijden die een neutrale aansluiting vormen met de naastgelegen panden. Hiertussen bevindt zich een verticale strook, bestaande uit zonwerend spiegelglas, balustrade van groen gelaagd glas en aluminium zon-dessin beplating. De woningplattegrond is bepaald door een trappenhuis in de hoek aan de tuinzijde wat ervoor zorgt dat de afzonderlijke verdiepingen zo open mogelijk en afzonderlijk van elkaar ontsloten zijn. Ter compensatie van de bescheiden tuinen hebben de woningen een dakterras.