Wooncomplex Rapenburgerplein, Nieuwe Herengracht

Wiek Röling, 1972-1974

Dit complex van 33 woningen is ontworpen door Wiek Röling voor de Vereniging het Amsterdams Bouwfonds en de Algemene Woningbouw Vereniging. De locatie behoorde tot het stadsvernieuwingsgebied Nieuwmarktbuurt waar het wederopbouwplan 1953, de aanleg van de IJ-tunnel met toegangswegen en tenslotte de metrobouw voor heftige acties zorgden.

Met succes, want vanaf midden jaren 1970 kwam hier een kleinschaliger stadsvernieuwing, met respect voor de schaal van de buurt en de oude rooilijnen, goed op gang. Het complex aan de Nieuwe Herengracht is een van de eerste opgeleverde projecten in deze buurt.

Bouwen voor éénpersoonshuishoudens

Initiatiefnemer was in 1968 het Amsterdams Bouwfonds (ABF), dat van oudsher voor alleenstaanden bouwde. Bekende projecten van deze vereniging zijn het Amsterdamsch Tehuis voor Arbeiders (ATVA) aan de Marnixstraat uit 1918 en het Louise Wenthuis aan het Prins Bernhardplein uit 1963. Het ABF was ook na de oorlog nog een van de weinige opdrachtgevers van huisvesting voor éénpersoonshuishoudens. De meeste woningbouwverenigingen en het (gemeentelijk) Woningbedrijf gaven nog lang na de oorlog de voorkeur aan het bouwen voor gezinnen.

Een voorbeeldig flexibel ontwerp

Het complex is gebouwd op de plek van zes gesloopte woonhuizen tussen 17e en 18e eeuwse grachtenpanden. Het rechthoekige blokje bestaat uit in totaal 33 wooneenheden, zowel aan de zuidoostzijde (gracht) als de noordwestzijde (binnenterrein), die ontsloten worden door een binnengang of corridor. Het is een heel efficiënt bouwplan met slechts één woningtype: een maisonnette. Er zijn drie dubbele woonlagen op elkaar gestapeld met een binnengang en woningentrees op de begane grond, de tweede en de vierde verdieping. Op de onderste laag van de maisonnette is een grote woonruimte met open keuken en een open trap naar boven. De bovenetage is uitgevoerd als insteekverdieping, bestemd als slaapruimte, met een badkamer in de zone boven de corridor. Door de royale vide aan de gevel zijn hier meer dan verdiepingshoge vensters mogelijk, die veel bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit van de kleine eenzijdig georiënteerde woningen. De wooneenheden op de begane grond hebben kleine terrassen en op de tweede verdieping kleine balkons, de meeste eenheden op de vierde verdieping hebben een klein terras binnen de gevel. Op het dak is een gemeenschappelijk dakterras. Daarnaast is er een gemeenschappelijke tuin, in het souterrain bergingen en een fietsenstalling. De hoofdentree is aan het Rapenburgerplein waar ook een lift is, aan de Nieuwe Herengracht is een fietstrap naar het souterrain en de uitgang van het vluchttrappenhuis.

Uit- en inwendig is het complex nauwelijks gewijzigd. In een enkele wooneenheid is de vide gehalveerd; de vloer van de slaaplaag is gedeeltelijk doorgetrokken zodat extra ruimte, een werkplek, is gecreëerd. Het is een door de architect bedoelde aanpassingsmogelijkheid en een voorbeeld van de flexibiliteit van het ontwerp.

Goede inpassing in de omgeving

In de bakstenen gevels zijn de maisonnettes afleesbaar door de dubbelhoge vensters en het ritme van de terrassen en de balkons. Door subtiele ingrepen in de gevels presenteert het gebouw zich niet als een massief blok met allemaal gelijke woningen. De hoge vensters zorgen voor verticalisme in de gevels en sluiten goed aan bij de vensters in de oude buurpanden. De gedeeltelijke verhoging van de gevels, de verlaging ter plaatse van de terrasjes op de vijfde verdieping, de onderbreking door het vluchttrappenhuis en de twee kleuren baksteen doorbreken de massaliteit en zorgen voor een goede inpassing in de gevelwand. De terrassen op de begane grond zijn gebouwd in de traditionele overgangszone (tussen openbaar en privé) waarin bij de buurpanden veelal de stoep is. De gedeeltelijk hoge ruimten, de verticale vensters, de insteekverdiepingen en de terrassen in de overgangszone zijn stuk voor stuk referenties aan de historische panden in de directe omgeving. Waarmee het gebouw zich met eigentijdse vormgeving goed voegt in de omgeving zonder een al te zeer aangepaste of historiserende architectuur.

Experimentele woningbouw

De Adviescommissie Experimentele Woningbouw vond dit plan van belang voor zowel de bestemming – huisvesting van alleenstaanden – als wat betreft de architectonische uitwerking van een bouwplan in een historische binnenstad. “Het zich architectonisch voegen naar maat, schaal en ritme van de bestaande bebouwing gaat in dit ontwerp op gelukkige wijze samen met het bieden van een eigentijdse nieuwe woonmogelijkheid.” Ook kon dit in 1968-‘69 ontworpen plan dankzij de experimentele status gerealiseerd worden, omdat het niet geheel voldeed aan de Voorschriften en Wenken 1965, destijds het programma van eisen en voorwaarde voor subsidie van sociale woningbouw.

 

Over architect Wiek Röling

Ir. L.C. Röling (1936-2011) was in 1968 medeoprichter van de werkgroep Stichting Nieuwe Woonvormen, waarvan o.a. ook Piet Blom, Herman Hertzberger, Max Risselada en Joop van Stigt lid waren. Op Rölings initiatief werd een deel van de Haarlemse Zuiderpolder bestemd voor experimentele sociale woningbouw. Hij was toen al stadsarchitect van Haarlem (1970-1988) en later hoogleraar ontwerpen van gebouwen in Delft (1988-2001). Zijn veelzijdig oeuvre bestaat uit diverse wooncomplexen voornamelijk in Haarlem o.m. in Schalkwijk en Meerwijk (‘De Hangende Tuinen’, 1997). Als stadsarchitect ontwierp hij de Muziekkoepel in de Haarlemmerhout (1983, i.s.m. Mick Eekhout) en was hij betrokken bij scholen, bibliotheken en musea.

Paul Meijer, Erfgoedvereniging Heemschut

Bronnen
  • Woningbouwdocumentatie, Amsterdam – Nieuwe Herengracht EX 71-110, Min. van VRO, 1978.
  • Gemeentelijke Dienst Volkshuisvesting, Sociale woningbouw Amsterdam 68-86, Amsterdam 1986.
  • ‘Architect Wiek Röling (75) overleden’, in NRC Handelsblad 18-7-2011.
  • M. van Rooy, ‘Architect die wilde bijdragen aan geluk van de mens’, in NRC Handelsblad 23-7-2011.
  • M. Barzilay, R. Ferwerda en A. Blom, Predicaat experimentele woningbouw 1968-1980. Verkenning Post ’65, Amersfoort: RCE, 2018.
Website by HOAX Amsterdam