Gliphoeve en kraakbeweging
In de zomer van 1974 kraakte een groep Surinaamse activisten bijna honderd woningen in Gliphoeve. De kraakactie was één van de eerste uitingen van zwart activisme in Nederland. Volgens de krakers bekommerde de overheid zich te weinig om het lot van duizenden Surinamers die als Rijksgenoten naar Nederland emigreerden. In afwachting van een sociale huurwoning woonden veel Surinamers al jaren in pensions, terwijl het nieuwbouwproject in de Bijlmer juist kampte met leegstand.
Quota
Woningcorporaties in de Bijlmer hanteerden in de jaren zeventig quota bij de toewijzing van hun woningbestand: hooguit 15 % mocht aan Surinamers worden verhuurd. Zo prefereerde Zomers Buiten, de beheerder van een flink deel van Gliphoeve, leegstand boven nog meer Surinamers in hun flat. Dit riekte naar discriminatie, aldus de voorzitter Just Maatrijk van de Werkgroep Huisvesting Surinamers en Antillianen. Surinaamse gezinnen die al tijden naar een woning zochten, beschikten dankzij de krakers over eigen woonruimte. Maar belangrijker: de media richtten hun schijnwerpers op de Bijlmer. Maatrijk kreeg het podium waar hij naar zocht, hij kon in kranten en op televisie zijn punt maken.
Huurcontract
Maatrijk beet zich vast in de strijd en won die uiteindelijk glansrijk. De meeste bewoners van de gekraakte woningen kregen een huurcontract. Gliphoeve werd zo een getolereerd Surinaams eiland in de Bijlmer: rond de negentig procent van de ruim zeshonderd woningen werd bewoond door Surinamers. Van alle Bijlmerflats is de naam van de Gliphoeve – het betreft eigenlijk twee flats: Gliphoeve I en Gliphoeve II – het meest verbonden met de Surinaamse migratie.
Duistere periode
Na de chaotische en onschuldige jaren volgde een duistere periode: het drugsprobleem. In de tweede helft van de jaren zeventig deed de heroïne-epidemie haar intrede in Amsterdam. Het centrum van Amsterdam werd jaren na de kraakactie in de Gliphoeve schoongeveegd, waarna veelde verslaafden langzaam uitweken naar de Bijlmer. In 1984, nog geen vijftien jaar na de oplevering, was Gliphoeve totaal verloederd. De flat raakte in verval door massale werkloosheid, criminaliteit en drugsgebruik.
Een nieuwe naam
Er volgde een grootscheepse renovatie. Zo werden woningen gesplitst, de droogloop tussen de beide flatdelen verdween, het complex kreeg een schilderbeurt en de parkeergarage werd gedeeltelijk gesloopt. Ook kreeg de flat een nieuwe naam om het verleden weg te poetsen: Geldershoofd (oostelijk deel) en Gravestein (westelijke deel). Belangrijk onderdeel van het complex is de groenstructuur rond de flats. Deze is, evenals de inmiddels volgroeide bomen en de driehoekige waterpartij en inclusief de karakteristieke betonnen voetgangers- en fietsbruggen, in hoofdopzet ongewijzigd gebleven.
Tweede renovatie
Gravestein werd in 2000 nogmaals grondig gerenoveerd, waarbij nieuwe glazen portiekontsluitingen zijn toegevoegd, op een aantal plekken de betonnen balkonbalustrades door glazen exemplaren zijn vervangen en in een deel van de plint grondgebonden woningen zijn ondergebracht met eigen buitentrappen, luifels en serre-uitbouwen. Ook de laatste noordelijke poot is gesloopt. Daarnaast is ook Geldershoofd in 2009 onder handen genomen met een schilderbeurt en nieuwe portiekontsluitingen.
Safe Spaces
Gliphoeve was één van de projecten in de tentoonstelling Safe Spaces – Recht op ruimte in de stad (bij Arcam van 05-06 t/m 19-09-21). In deze tentoonstelling onderzocht Arcam hoe ontwerp kan bijdragen aan het creëren van zichtbaarheid acceptatie en bescherming door de toe-eigening van stedelijke ruimtes. Met spandoeken, vlaggen of gebouwen maken uiteenlopende groepen zichzelf zichtbaar in de stad. Ruimteclaims kunnen een tijdelijke vorm hebben (demonstraties), semi-permanent zijn (kleuren, logo’s) of een permanente manifestatie zijn (architectuur, stedelijke ruimte).